ode
aan die waren
daar liggen ze, kapot en vergeven
de non-honden en de nooit-meer-katten
ooit vastgehouden, op kinderhanden gedragen
de ontsnapte geiten en verwilderde koeien
genomen, belaagd, bejaagd en bevreeen
de nee-egels en non-reeen
gebroken hoopjes wild, achterna gezeten en bespeeld
de-nergens-te-vinden-wezels en de best verstopte ezels
al dat rest, slechts hun doordringende geur
verpakt in een los uitgedragen bontjasje..