dorpsdipsko Dik
is de avond als vaak hiervoren.
Het melodieuze behangplaksel laat zoiets horen, hoe de plakkende twijfelaar, de angstdruppels laat lopen. Dans,
dans, dans dan, dans, dans, dans dan.
Nat
is de dansvloer, van al het geminste kansvoer.
De plaksnor platendraaier doet de naald groeven boren, hoe de gehaaide bajesklant, de angstdruppels laat lopen. Dans,
dans, dans dan, dans, dans, dans dan.
Zoet is het hippe zuipdrankje met hoge percentages.
De witgebleekte glazenhaler graait naar de fluor citroenstamper, hoe de veelbesproken dorpshoer, de angstdruppels laat lopen. Dans,
dans, dans dan, dans, dans, dans dan.
Vet
is het ongezonde rokersruimte nietwerkende luchtfilter, veelvuldig door
de onderbetaalde zondagspoetser vergeten, hoe de dronken alles-ontkenner,
de angstdruppels laat lopen.
Dans,
dans, dans dan, dans, dans, dans dan.
Wild
doet het haar van de verdwaalde rokkenjager.
De scherpe dubbele tonger kijkt ongezien door eerste lagen, hoe de liegende minderjarige, de angstdruppels laat lopen. Dans,
dans, dans dan, dans, dans, dans dan.
Breed
is de lach van de handige danstent uitbater.
De bij de belastingen onbekende gladde geldtellende glimmer, hoe de onderbetaalde jasophanger, de angstdruppels laat lopen. Dans,
dans, dans dan, dans, dans, dans dan
Boos
blikt de bijverdienende brede klerenkast.
De uitgemeten uitsmijter met onnatuurlijk grote handen, hoe de met slechts niets leegzakker, de angstdruppels laat lopen. Dans,
dans, dans dan, dans, dans, dans dan.
Hard
is de muur, die de moet morgen werker, probeert weg te koppen. Slechts
een welgemeende godverdommes terugkaatsende betonnenstopper, hoe de
te vroeggewekte megakater, de angstdruppels laat lopen.
Dans,
dans, dans dan, dans, dans, dans dan |