uit
in thuis
als
de muren konden praten
deed het vloerkleed rustig mee
laten de ramen voor wat ze waren
sluiten we de voordeur heel gedwee
mevrouw sopje doet de keuken
meneer bezem moet derest
met de cd speler op standje overbuur
swingt de eettafel vrolijk mee
schudden de kamerplanten de kaarten
want de kaktus won daarnet wel heel gemeen
mevrouw sopje doet de keuken
meneer bezem moet derest
als onderzetters liggen plat te wezen
zorgeloos koffiekopjes koffiedik te lezen
buigt de theelepel spiritueel mee
elk kan de melkkan, ziet de suikerpot nog wat pips
mevrouw sopje doet de keuken
meneer bezem moet derest
met keurig naadloos gestreken gezichten
glimmen de theedoeken rustig mee
tussen plastictassen en winterjassen
denken sjaals en vuilniszakken aan zon en zee
mevrouw sopje doet de keuken
meneer bezem moet derest
als de toiletpot kon proeven
had ik zeker weten de wekker gezet
de wasmachine hard aangeschoven
met de gast-kachel een
standje hoger
mevrouw sopje doet de keuken
meneer bezem moet derest
met de boekenkast in het vooruitzicht
steenvast de meterkast voorbij
de geiser wordt steeds grijzer
van wat de koele-kast de hele tijd zei
mevrouw sopje doet de keuken
meneer bezem moet derest
als de wasbak als lastig vak
de benen had genomen
hing het douchegordijn er verloren bij
zo stond de wc rol zacht te wezen
gezellig met de fles glorix in de rij
mevrouw sopje doet de keuken
afin u kent derest
|